GS heeft de schriftelijke vragen van GroenLinks beantwoord.
Lees onderdaan de pagina, wat dat antwoord is.

GroenLinks onderschrijft in princpe het vastgelegde zoekgebied voor grootschalige windenergie zoals dat door de Staten is vastgelegd in de Omgevingsvisie. Wij onderschrijven tevens de taakstelling om voor 2020 minimaal 200 MW en maximaal 280 MW aan grootschalige windenergie te realiseren in Drenthe. Desondanks zijn wij van mening dat het opwekken van windenergie ook buiten het zoekgebied mogelijk moet zijn waar dit op een verantwoorde wijze landschappelijk inpasbaar is.Toelichting:

In een artikel in het Dagblad van het Noorden, d.d. 7 december 2012, “Assen vecht voor windmolens bij A28” stelt gemeente Assen zich wederom hard te maken voor windturbines langs de A28. Evenals gedeputeerde Munniksma juicht onze fractie dat toe. Wij zijn echter van mening dat uitstel tot 2020 niet bij voorbaat noodzakelijk is.

In dit dossier hebben we te maken met veranderde omstandigheden en voortschrijdend inzicht. We constateren een zekere weerstand tegen windenergie in de Veenkoloniën. Anderszijds zien we de aanhoudende ambitie van Assen. Dit biedt mogelijkheden voor het halen van onze doelstellingen mét draagvlak, zowel in Assen als de Veenkoloniën. Het is dus wat onze fractie betreft de moeite waard om te heroverwegen windenergie langs de A28 toe te staan.

Door amendement 2010-18 is er geen bovengrens gesteld aan de hoeveelheid windenergie. Hierdoor hoeft uitbreiding van het zoekgebied geen belemmering op te leveren voor het traject dat is ingezet met de Gebiedsvisie Windenergie. Eventuele realisatie van windenergie buiten dit oorspronkelijke zoekgebied kan, indien noodzakelijk, gebruikt worden om ontwikkeling daarvan binnen het zoekgebied te temporiseren, mét behoud van de oorspronkelijke doelstellingen.

Uiteraard zal plaatsing van windmolens zorgvuldig moeten worden beoordeeld, en moeten voldoen aan de criteria zoals gesteld in de Omgevingsvisie.

Vragen aan het College van Gedeputeerde Staten (GS):

  1. Is het mogelijk de Provinciale Omgevingsverordening te wijzigen, dan wel het

    zoekgebied windenergie te verruimen, teneinde de plaatsing van windmolens langs

    (delen van) de A28 ook vóór 2020 mogelijk te maken?

  2. Door amendement 2010-18 is er geen bovengrens gesteld aan de hoeveelheid

    windenergie. Is het juist aan te nemen dat uitbreiding van het zoekgebied geen belemmering oplevert voor het traject dat is ingezet met de Gebiedsvisie Windenergie?

  3. Deelt GS onze mening dat uitbreiding mogelijkheden biedt voor het halen van de landelijke doelstellingen mét draagvlak?

  4. Zijn er op voorhand bezwaren vanuit tegen het plaatsen van windmolens langs de A28 op grond van de randvoorwaarden en criteria voor toepassing van windenergie, zoals gesteld op pagina 53 van de Omgevingsvisie?

  5. Is GS bereid een voorstel, zoals genoemd in vraag 1, te doen aan Provinciale Staten?