Onderstaand het standpunt van GroenLinks nav de vragen van de PVV-fractie. Punt 8 op de agenda. 

Onze fractie deelt de zorgen als het gaat om de rol van kleine scholen en de leefbaarheid in dorpen. In welke mate draagt een school bij aan leefbaarheid? Wat betekent het voor de inwoners als een school haar deuren sluit? En hoe zit dat als het de laatste school in een dorp of kern betreft? Scholen zijn echter niet verantwoordelijk voor leefbaarheid, wel voor de kwaliteit van het onderwijs. Dit laatste is op kleine scholen lastiger: klassenmanagement vraagt veel van de docent door meerdere leer-groepen in een lokaal. Kleine scholen hebben per definitie goede onderwijzers nodig. Bij scholen tussen ongeveer 80 en 145 leerlingen is openhouden van de school echter eerder een financiële kwestie dan een kwestie van onderwijskwaliteit. Krimp is een belangrijke bepalende factor in de discussie over kleine scholen.

De discussie over het wel of niet openhouden van scholen hoort ons inziens thuis in de discussie die we binnenkort gaan voeren over het onderwerp krimp en de andere onderwerpen die daar annex aan zijn..

Dit agendapunt kan ons inzien nu niet worden behandeld. Het voorliggende stuk bevat veel juridische incorrectheden. Zo wordt er het recht op openbaar onderwijs genoemd. Dat recht bestaat niet. In Nederland kennen we het recht op onderwijs en vrijheid van onderwijs. Het lijkt mij goed dat er eerst wordt gekeken wat er onder dat recht moet worden verstaan.

En denkt de PVV nu echt dat wij het mandaat kunnen intrekken van schoolbesturen om onderwijs te verzorgen? Op basis van welke wet kunnen wij dat doen?

Het lijkt mij verstandig dat de PVV zich eerst verdiept in de wet op het basisonderwijs waarin de oprichting, instandhouding en financiering wordt geregeld.

Gemeenten zijn niet verantwoordelijk voor het onderwijs op sich en kunnen er ook niet op worden aangesproken noch worden verplicht om scholen in stand te houden. De gemeenten hebben een rol voor mogelijk maken van aanbieden van onderwijs, instandhouden van gebouwen, leerplicht, leerlingenvervoer.

Ook termen als rendementsdenken wordt door de PVV geassocieerd met een financieel argument. In het onderwijs is helaas het rendementsdenken tot in de wortel doorgedrongen. Niet om een financieel motief maar om wie de beste cijfers heeft gehaald of de hoogst behaalde kwaliteitsnorm. Daar hebben wij als GL ook de nodige zorgen over maar dat wordt door de landelijke politiek geregeld.

Kortom, de problematiek van sluiting van scholen in kleine kernen is zeker een problematiek waar we het binnenkort in het kader van de krimpdiscussie nog over moeten spreken. Het voorliggend stuk van de PVV dient eerst van de juiste wettelijke context te worden voorzien om inhoudelijk een goede discussie te kunnen voeren.

Wij zijn tegen een verdere behandeling van dit stuk in de eerstvolgende PS vergadering.