Onlangs heeft de rechter uitspraak gedaan in zaaknummer LEE 16-2420, aangaande de Realisering van kunstwerk in het kader van 'Into Nature' in Natura2000-gebied Drentsche Aa

Omdat het om een Natura2000-gebied gaat is ook de provincie Drenthe betrokken. De volgende passage uit de uitspraak is in het bijzonder relevant:

"5.2 De voorzieningenrechter stelt vast dat verweerder [het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tynaarlo] niet verzocht heeft om een verklaring van geen bedenkingen van het college van gedeputeerde staten van de provincie Drenthe (hierna: het college van GS). Verder dient te worden vastgesteld dat vergunninghouder in dit geval niet een aanvraag om ontheffing ingevolge de Nbw bij het college van GS heeft ingediend. Gelet op de aard van de uit te voeren werkzaamheden ten behoeve van het te realiseren kunstwerk en de plaatsing van de fundering en een deel daarvan in de beek, die deel uitmaakt van het Natura 2000-gebied heeft verzoekster zich naar het oordeel van de voorzieningenrechter terecht op het standpunt gesteld dat verweerder onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt dat er in dit geval geen ontheffing ingevolge de Nbw noodzakelijk is. Hieruit volgt dat het bestreden besluit ook in zoverre in strijd met artikel 3:2 van de Awb niet zorgvuldig is voorbereid."

GroenLinks vindt het zorgelijk dat de afstemming tussen gemeenten en provincie over vergunningverlening in Natura2000-gebieden dusdanig slecht is, dat vergunningen worden verleend terwijl daar geen goedkeuring van de provincie voor gegeven is.

Naar aanleiding hiervan heeft GroenLinks de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten:

  1. Op welke wijze controleert u of gemeenten bij vergunningverlening, daar waar nodig, om een verklaring van geen bedenkingen van GS verzoeken?
  2. En op welke wijze controleert u dat voor ontheffingen ingevolge de Nbw?
  3. Op welke manieren kunt u, vooraf of achteraf, ingrijpen indien geen verklaring van geen bedenkingen of geen ontheffing ingevolge de Nbw is afgegeven?
  4. Heeft u in afgelopen vijf jaar van deze ingrepen gebruik moeten maken en zo ja, hoe vaak?
  5. Kunt u aangeven of de provincie bij de overige vergunningen voor Into Nature wel op de juiste manier betrokken is?
  6. Indien dat niet het geval blijkt, op welke manier gaat u dit rechtzetten?