GroenLinks heeft de volgende schriftelijke vragen inzake een aantal ontwikkelingen in het stroomdal van de Drentsche Aa (Rolderdiep). De beantwoording is in een PDF toegevoegd

Wij verzoeken u deze vragen schriftelijk te beantwoorden.

toelichting:

Vanuit verschillende bronnen bereiken de fractie van GroenLinks berichten over ontwikkelingen in het stroomdal van de Drentsche Aa, met name langs het Rolderdiep dat langs het Balloërveld stroomt. Het Rolderdiep grenst aan het Natura2000 gebied Drentsche Aa.

 

Genoemde ontwikkelingen betreffen:

·        

Een algemene toename van bestrijdingsmiddelen in het water van de Drentsche Aa in de afgelopen jaren

·        

Het aanleggen van ontwaterende sloten van plm anderhalve meter diep in percelen direct grenzend aan het Rolderdiep en het van den Muyzenberg-fietspad in 2012

·        

Het daarop aanzienlijk verminderen van vogelsoorten van vochtige weides als grutto en tureluur in deze percelen

·        

Het telen van lelies op andere percelen in hetzelfde beekdal in 2013

·        

Het draineren van eerstgenoemde percelen in 2014

·        

Het telen van lelies op deze percelen in 2014

·        

Het telen van lelies op de Rolder Noordes, grenzend aan het beekdal in 2014

·        

Het aantreffen van twee (naar uit sectie bleek) doodgeschoten dassen nabij hun burcht in een bosje dat grenst aan de lelievelden

·        

De bouw van een hoogzit op/vlakbij dezelfde dassenburcht

 

GroenLinks vindt ontwatering en drainage van en lelieteelt op beekdalgronden, met verdroging en aanzienlijke toename van (voor lelieteelt noodzakelijke) bestrijdingsmiddelen in de beek als gevolg onwenselijk. GroenLinks vindt het doodschieten van dassen gewoon wetsovertreding.

 

Bij navraag bij de gemeente bleek de ontwatering en drainage niet tegen te houden, omdat aan het bestemmingsplan ter plekke van de gemeente Rolde indertijd door de provincie goedkeuring onthouden is op (een deel van) de hydrologische kaarten. Dit betekent dat de gemeente Aa en Hunze nog werkt met een bestemmingsplan buitengebied van voor de herindeling op 1 januari 1998, dus ouder dan 16 jaar. Een bestemmingsplan dat bovendien is afgekeurd en volgens de regels die ons bekend zijn binnen een jaar ‘gerepareerd’ had moeten worden. In feite is daarmee (volgens onze informatie) zelfs het daarvóór geldende bestemmingsplan nu vigerend op dit onderdeel.

 

Het waterschap heeft aangegeven in toenemende mate last te hebben van een toename van bestrijdingsmiddelen in het water van de Drentsche Aa.

 

Genoemde ontwikkelingen zijn, naar de mening van de fractie GroenLinks, onwenselijk en alleen effectief tegen te gaan door een actief beleid op het gebied van natuur, ruimtelijke ordening en handhaving van gemeente èn provincie.

 

vragen aan het College van Gedeputeerde Staten (GS):

1.   

Bent u bekend met de door onze bronnen waargenomen ontwikkelingen (ontwatering en drainage direct grenzend aan de beek en afname van broedende vogelsoorten, lelieteelt direct grenzend aan de beek en toename van bestrijdingsmiddelen, doodschieten van dassen en bouwen op/nabij een dassenburcht)?

2.   

Hoe beoordeelt uw college:

·        

het ontwateren en draineren van beekdalgronden (met genoemde gevolgen) in het licht van de nabijheid op slechts honderden meters van het Natura2000 gebied Drentsche Aa?

·        

de afname van de vogelstand na deze ontwatering / drainage?

·        

de aanwezigheid en geldigheid (bij gebrek aan beter) van een bestemmingsplan buitengebied van de gemeente Aa en Hunze dat nog van voor de herindeling in 1998 stamt en op onderdelen afgekeurd blijkt?

·        

de aanwezigheid van lelieteelt op die beekdalgronden op percelen op 100 meter van de beek?

·        

de toename van bestrijdingsmiddelen in het water van de Drentsche Aa?

·        

het doodschieten van dassen en het bouwen van een hoogzit op/nabij een dassenburcht?

3.   

Bent u, samenvattend, met de fractie van GroenLinks van mening dat het hier om onwenselijke ontwikkelingen gaat in de nabijheid van een Natura2000 gebied?

4.   

Uw college gaf in antwoord op vragen mbt het rapport van de noordelijke rekenkamer over provinciaal natuurbeleid aan, dat gemeenten autonoom in hun bestemmingsplannen de natuur zullen beschermen, zonder teveel sturing vanuit de provincie. Is uw college, met ons, van mening dat dit voorbeeld aantoont dat toezicht vanuit de provincie op borging van natuurbescherming in bestemmingsplannen in sommige gevallen nuttig kan zijn?

5.   

Is uw college van plan de gemeente Aa en Hunze aan te spreken op het feit dat door een verouderd en afgekeurd bestemmingsplan, juist op hydrologische gronden, nu ontwatering van een grote oppervlakte èn grond- en oppervlaktewatervervuilende lelieteelt nabij een Natura2000 gebied mogelijk is en hen te manen nu versneld een nieuw, goed bestemmingsplan buitengebied op te  stellen?

6.   

Is er hier sprake van een gebied dat nog aangekocht kan worden voor de afronding van het Natura2000 gebied Drentsche Aa, waardoor strengere bescherming mogelijk is?

7.   

Bent u van plan de wetsovertreding mbt dassen en hun burcht te onderzoeken en daar handhaving op te zetten?