De omgevingsvisie is de onderlegger van de Drentse landkaart. Wij bepalen straks in PS wat er waar mogelijk is of wordt. We hadden een omgevingsvisie uit 2010, die aan een beleidsarme herziening toe was.

Met de invoering van een nieuwe kernwaarde bedrijvigheid (die overigens ook al zonder dat plakkertje erop bestond in het nu geldende RObeleid), maar vooral met de omkering van de prioriteit: eerst bruisen en dan kernkwaliteiten, kan GroenLinks niet anders dan constateren dat er een beleidsrijke herziening aan de orde is – je keert je prioriteiten om! Waar GroenLinks moeite mee heeft, is de achterstelling  van de kwaliteiten die we hier hebben bij de waan van de dag: alles lijkt te moeten kunnen. Is dat uw bedoeling?

 

 

U spreekt over uitnodigingsplanologie – dat is een mooi streven, waar juist GroenLinks ook achter staat: initiatieven van onderop versterken een Drenthe van en door alle Drenten. Tegelijk ontbreekt  naar onze smaak het verwachtingsmanagement in deze visie. De uitstraling is helemaal ‘uitdagen’, terwijl tevoren de kaders niet helder zijn. Daar hebben we ‘goede’ ervaring mee opgedaan in het winddossier, toch? Dat is ook hoe we omgaan met gemeenten: ‘wij gaan ervanuit dat partners ons beleid respecteren’, zegt u, we vertrouwen er bijvoorbeeld op dat ze zorgen voor de natuur buiten de EHS, dat ze planologisch de EHS en Natura2000 goed borgen. Natuurlijk zijn gemeenten te goeder trouw en kunnen ze heel behoorlijk besturen. Tegelijk weet iedereen, dat gemeenten heel veel andere belangen moeten afwegen en wellicht niet een al te grote prioriteit leggen bij provinciaal beleid / belangen; uit het rapport van de Noordelijke Rekenkamer blijkt dat gemeenten in praktijk gewoon niet altijd goed voor natuur zorgen in de bestemmingsplannen bv  – als voorbeeld is de casus van het Rolder diep (waarover wij schriftelijke vragen stelden) aardig: vindt u dat hier de belangen van Natura2000 en EHS goed geborgd zijn door de gemeente? Vindt u dat hier goed gezorgd is voor natuur buiten de EHS? Zou het aantreden van de RUD en de daarmee bereikte ‘éénloketsvoorziening’ voor alle vergunningen (en wellicht dus ook de attendering van de aanvrager op andere benodigde vergunningen) daarbij kunnen helpen?

U geeft aan dat u alleen voor juridische maatregelen ikv de Wro gaat (aanwijzing e.d.) als op andere wijze onvoldoende resultaat wordt geboekt. Is dit in het verleden al wel eens voorgekomen, dat u gebruik maakte van juridische middelen? Hoe ver moet het misgaan voordat u ingrijpt?

Overigens: begrijp ons niet verkeerd, GroenLinks is erg voor de gekozen aanpak met relatiebeheerders en vroegtijdige betrokkenheid bij gemeentelijk beleid – maar door duidelijk te zijn in de kaders en grenzen , krijg je gelukkige kinderen in de opvoeding en krijg je gelukkige inwoners en partners in de praktijk!

 

U spreekt op pagina 66, 114, 117, 130 en 132 over de kwaliteit van het water van de Drentsche Aa die goed is, en even verderop over de vervuiling van oppervlakkig grondwater dat in de beek afspoelt door diffuse bronnen, o.a. door gewasbeschermingsmiddelen. De WMD en het Waterschap lieten afgelopen week een noodkreet in de krant zetten over de toename van landbouwgif (om het duidelijker woord maar eens te gebruiken) in het ingenomen water waarvan drinkwater wordt gemaakt. Eén van de mogelijke oorzaken is toegenomen lelieteelt – bent u van plan (met de gemeente Aa en Hunze) om te onderzoeken wat de effecten van lelieteelt zijn en of het probleem van de vergiftiging van ons water samen met de landbouw (of desnoods zonder) op te lossen is?

Aansluitend: op pagina 129 gaat het over de grondwaterwinning in de benedenloop van de Hunze die gecompenseerd wordt door infriltratie met oppervlaktewater. Gezien de geconstateerde kwaliteitsverschillen tussen deze twee: hoe wenselijk vindt uw college het eigenlijk om oppervlaktewater met residuen gif te infiltreren – wentelen we zo niet de problemen af op de generaties ver na ons, die dat weer oppompen?

 

U kiest op pagina 74 voor een accent voor Zuid Drenthe: industrieel en logistiek. Bij dat logistieke kan GroenLinks zich veel voorstellen,  maar wilt u echt de nadruk van Meppel tot Emmen leggen op industriële ontwikkeling?? Bent u zich er overigens van bewust dat ook de samenwerking tussen gemeenten daar zich op dit moment vooral beperkt tot de logistiek en dat er verder nauwelijks sprake is van een regio?

 

Op pagina 90 staat het transferium bij de Punt nog fier overeind als ‘vervanger’ van de regiotram, ook worden er weer mooie woorden gewijd aan Groningen Airport Eelde – laat duidelijk zijn dat GroenLinks op voorhand dit onderdeel van de omgevingsvisie niet zal onderschrijven, bijvoorbeeld zolang over het transferium geen goede discussie adhv recente nut en noodzaak gegevens gevoerd is.

 

Op pagina 91 constateert u dat het platteland vooral via auto’s ontsloten zal blijven worden. Elders spreekt u van goed openbaar vervoer in kleinschalige vormen en van het stimuleren van fietsroutes voor woonwerkverkeer – hebben wij iets gemist? Waar is nu de ambitie? Toch zeker dat we (in elk geval bij mooi weer) zoveel mogelijk mensen op de fiets krijgen? De meeste autokilometers worden gemaakt en dus het meeste CO2 wordt uitgestoten door ritjes tot 7 km!!

 

Op pagina 92/93 spreekt u over duurzame energie – wij missen in deze omgevingsvisie de verkennende energiepotentiekaart die in opdracht van PS ontwikkeld is? U spreek ook over dialoog, communicatie en informatie, transparante besluitvorming, landschappelijke inpassing van  duurzame energie – dit is een harde les die we geleerd hebben in het winddossier – laten we voorkomen dat we als provincie nog een keer mensen verrassen met staand beleid waar ondernemers gebruik van maken!

 

Op pagina 101 en 102 krijgt landbouw maximale speelruimte, in landbouwgebieden plus wordt zelfs gesproken over industriële landbouw en nog verder doorgevoerde schaalvergroting – dat  is voor GroenLinks een brug te ver, dat moeten we in Drenthe niet willen. Is ook overwogen om de bouwblokken in de landbouwgebieden ook te reguleren, uiteraard ruimer dan in multifunctionele gebieden – we kunnen ons niet voorstellen dat hectares bebouwing in die gebieden wèl gewenst zijn?! Uw definitie van duurzame landbouw strookt niet met de duurzaamheidsdefinitie van de VN-commissie Brundtland: schaarse hulpbronnen beschikbaar houden voor hier en daar en voor nu en later – dat gaat iets verder dan schoner en beter – bent u bereid deze definitie aan te passen en te gaan voor ècht duurzaam?? Nog een landbouwvraag: voor ongewenste vernatting van de landbouw wordt op pagina 120 een trits aan maatregelen genoemd, omgekeerd: voor ongewenste verdroging van natuur tgv landbouwmaatregelen – zijn daar ook concrete stappen voor benoemd??

 

Op pagina 115 spreekt u over het vaker overstromen van beekdalen – heeft u in beeld wat er gebeurt met natuurwaarden in de blauwgraslanden, bv met de orchideeën daar, bij overstroming met relatief voedselrijk water uit bovenstrooms landbouwgebied?

 

Tenslotte vwb de Omgevingsvisie staat in de beleidsbrief dat de digitale versie van de Omgevingsvisie bindend is. Daarbij wil GroenLinks opmerken dat wij er vanuit gaan dat:

·        

GS PS goed informeert, ook in een papieren versie

·        

GS zich aan de in het Presidium gemaakte afspraken houdt over aanlevering van stukken op papier bij meer dan 100 pagina’s, gezien de ondoenlijkheid om dat digitaal te behappen (zèlfs als je geen hersenschudding gehad hebt en de ipad zonder problemen gebruikt;))

·        

Deze papieren versie DUS volledig overeenkomt met de digitale versie en dat wij dat niet hoeven te controleren

·        

PS gewoon de papieren versie vast kunnen stellen, omdat deze overeenkomt met de digitale!

 

In de POV wijzigingsvoorstellen kunnen wij ons wel vinden, voorzitter, maar we hebben wel een paar vragen.

De afwijking van de ruimtenorm is onderbouwd met goede criteria en GroenLinks kan zich dus vinden in uw voorstel, alleen… de genoemde criteria in de toelichting zijn niet één op één opgenomen in de wijzigingstekst voor de POV, hier is alleen nog de kwaliteitsslag (onder A.2.c) overgebleven – waarom?? Bent u bereid ookde andere drie criteria over te nemen?

Daarnaast  is er in de toelichting sprake van ‘2 of meer’ compensatiewoningen, terwijl  in de POV alleen twee genoemd wordt – graag houdt GroenLinks het bij die twee.

 

 

Totzover onze vragen en opmerkingenvoorzitter.