Een gemeenschappelijke regeling is niet de droomconstructie van democratische partijen, zoals GroenLinks.

Daarmee doen we de kiezers tekort, we mandateren taken en kunnen voor gemeenschappelijk genomen besluiten alleen onze eigen bestuurder tot de orde roepen, maar niet de echt verantwoordelijke. Wij zijn wel gevoelig voor het argument deze publiekrechtelijke taak onder te brengen in een publiekrechtelijke structuur als meest logische optie. Maar de vorming van een RUD is verplicht vanuit Den Haag en daarmee wordt de GR ons feitelijk opgedrongen.
In die zin zijn we wel blij met de overstap tzt naar een productenboek en outputfinanciering, waardoor we zelf keuzes blijven maken mbt de taken van de RUD: handhaving, toezicht en vergunningverlening!

In dit hele democratischelegitimatieverhaal, zit er 1 heel raar erwtje onder de zeven matrassen: de raad van opdrachtgevers. Zij moeten nog extra toezien op de uitvoering? Dat vindt GroenLinks uiterst merkwaardig: er zijn gemeenten en een provincie die delegeren, een bestuur dat stuurt en toeziet, een directie en medewerkers die uitvoeren. Waarom dan nog vier niet-gekozen heren of dames daartussen die zich, vanuit slechts een deel van de partners en niet democratisch gelegitimeerd, zonder duidelijke opdracht of mandaat, gaan benoeien met de uitvoering? Ongewenst wat ons betreft, wellicht komen wij hierover nog met een amendement of motie, in navolging van onze Meppelse fractie.

Al met al vindt GroenLinks samenwerking op het gebied van toezicht, handhaving en vergunningverlening een mogelijke meerwaarde en staan wij achter de RUD, mits de erwt onder de stapel matrassen vandaan komt.