Afgewezen worden, niet gehoord, er niet toe doen, geen waardering: nog een paar kapstokken, waaraan we de verhalen kunnen ophangen van een tiental boeren, bijeen bij 'GroenLinks Luistert' op 24 oktober in Fluitenberg.

De frustratie is begrijpelijk; die spitst zich toe op de culminerende stikstofcrisis die de afgelopen tijd leidde tot trekkertochten en meer. Natuurlijk: we konden het zien aankomen dat grootschalige intensieve landbouw vroeg of laat op gespannen voet zou komen te staan met wat de natuur kan dragen. Na tientallen jaren dralen en vooruitschuiven krijgt de politiek nu de rekening gepresenteerd. Of liever: de boeren, want op hen ontlaadt zich nu de crisis die toch wel degelijk de hele voedselketen aangaat: van leverancier van voer en zaden tot melkfabriek en van bank tot dierenarts. En niet vergeten: de bevolking die liever de consument uithangt dan de burger: leve de kiloknaller en het anderhalveliterpak.

De agrarische sector heeft zeker niet stilgestaan: ze kwam met het ene na het andere initiatief om de schade aan natuur, water en bodem binnen de perken te houden. Maar met regel op regel op regel was het dweilen met de kraan open. En we zijn er nog niet: de nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water hangen als donderwolken boven de toch al precaire situatie.
Boeren lopen vast: ze steken veel tijd in aanpassing en nooit is het goed. Iedereen doet zijn best, maar alles lijkt te stuiten op onbegrip. En dan het kaartje van Van der Wal….

Erg lastig: de politiek die ‘one size fits all’ van de tekentafel laat komen, versus de praktijk die op elk boerenerf toch echt anders is en verschilt vanwege bijvoorbeeld grondsoort, ligging en activiteit.
Nooit is er rust in de tent. De ene maatregel is nog niet genomen of er komt weer wat bij. Natura 2000, Nationaal Natuurnetwerk (NNN), grondwaterbeschermingsgebieden, noem maar op. Begrijpelijk, omdat zonder vitale natuur, water en bodem leven in onze delta op termijn onmogelijk wordt maar ontmoedigend, omdat niemand weet wat er morgen gebeurt, laat staan overmorgen. Moet ik vee inleveren? Wat gebeurt er met mij als PAS-melder? Moet ik omschakelen? Naar welke activiteit dan? Word ik uitgekocht? Onteigend? Wat gebeurt er met de grond?

Den Haag legt geen ei, maar ondertussen stoppen banken met kredieten met het kaartje van Van der Wal in de hand. Twee voorbeelden. Een boer die zonnepanelen  wilde leggen en de financiering rond had, kreeg bericht van de bank dat de bank zich terugtrok. Met als gevolg dat ook nog de subsidie niet doorging. Een andere boer die wilde uitbreiden, grond kocht, zijn veestapel moest halveren en bleef zitten met veel te veel land. Tja….
Boeren houden -net als burgers- van natuur. De kwaliteit van natuur, water en bodem is een kernvoorwaarde om succesvol te ondernemen; de boer heeft daar baat bij. Hij wil gewoon een goede boterham verdienen, net als iedereen. Hiervoor hoeft hij niet persé grootschalig en intensief te werken; alleen het systeem dwingt hem hiertoe.

Er is grote behoefte aan een stip op de horizon, geboren uit visie: waar gaan we heen en wat is onze koers. Boerenbelang en maatschappelijk belang sporen, het is een kwestie van balans. Er is perspectief nodig. Boeren zijn best in staat om dit te schetsen en er invulling aan te geven. Samen met andere partners in de voedselketen en de overheid die , gezien het collectieve belang, ondersteunt. Laat in zo’n perspectief helder zijn wat kan en wat niet kan. Wat mag en wat niet mag. En dan niet Roomser zijn dan de paus. Duidelijkheid en snelheid zijn nodig.

Is de gebiedsgerichte aanpak een idee? Specifieker: de Drentse gebiedsgerichte aanpak? Ja, maar die heeft alleen kans van slagen als het van onderop wordt ingestoken en als meer naar de praktische dan naar de papieren werkelijkheid wordt gekeken. Met elkaar voor elkaar dus vanuit waardering van wat boeren betekenen in voedselvoorziening en landschap.  

Lastig is en blijft dat Nederland geen eiland is en dat het boerenperspectief is opgehangen aan de voedselketen, die net zo sterk is als de zwakste schakel. Het is nodig om kringlopen te sluiten, eerlijke prijzen te betalen in de winkel, te extensiveren en zo nog meer. Dit vraagt om creativiteit en politieke wil. Draaien aan veel knoppen, in de juiste volgorde en goed getimed. Integraal denken en dat is heel moeilijk. Bijvoorbeeld niet onteigenen en het hiervoor bestemde geld inzetten voor middelen die bijdragen aan nieuwe perspectieven. Bijvoorbeeld prijzen waarin alle ‘externaliteiten’ zijn verdisconteerd; dit is alleen op Europees niveau te regelen, of kunnen we -vergelijk de accijns op brandstof- 15% subsidie geven op bioproducten en dit financieren uit 15% heffing op gangbare producten? Bijvoorbeeld minder export en minder import. Bijvoorbeeld een overheid die haar voorbeeldfunctie oppakt en markten ontwikkelt. Bijvoorbeeld extensief produceren met meer menselijke arbeid. Bijvoorbeeld ophouden met dierlijke mest van het erf af rijden en aan de achterkant kunstmest naar binnen halen.

Langzamerhand hebben we met alle goede bedoelingen de agrosector kapot gereguleerd. Biedt de Drentse gebiedsgerichte aanpak, geënt op een convenant met alle politieke partijen, nieuwe kansen? Tijd voor een Drents proefproject? Van onderop, op basis van noaberschap, samen met de buren? Kringlopen sluiten en samen de problemen oplossen? Samen vermindering van de regeldruk verdienen? Verandering begint met dromen….