Sinds de vorige Statenvergadering heeft onze fractie een open gesprek gevoerd met de Dijkgraaf van het waterschap Reest & Wieden. Inmiddels zijn wij ook voorzien van uitgebreide extra informatie, van het waterschap en via GS. Tevens is een aantal harde toezeggingen gedaan vanuit het overleg tussen de CdK’s en de Dijkgraven, mede gehoord de bezwaren in de Drentse Staten.
Dit heeft ertoe geleid dat GroenLinks haar standpunt opnieuw tegen het licht heeft gehouden.
Voorzitter, wij hadden een aantal kritiekpunten op de voorgestelde waterschapsfusie. Ik loop deze even bij langs en zal onze visie daarop actualiseren met de kennis van nu.
1. Groot verschil tussen beide waterschappen
Het verschil tussen beide waterschappen bestempelden wij als groot. Ook hebben wij een aantal maal gesproken over het achterstallig onderhoud bij Groot Salland. Het leeuwendeel van dit onderhoud wordt gefinancierd door het Rijk en de gezamenlijke waterschappen. Reest en Wieden betaalt daardoor flink mee aan de primaire waterkeringen in het hele land, maar heeft daarover weinig te zeggen, simpelweg omdat zij vrijwel geen van deze keringen bezit. Met de fusie krijgen de Drentse belastingbetalers in het fusiewaterschap meer zeggenschap over hun geldelijke inbreng.
Bovendien heeft Reest en Wieden een relatief groot areaal Natuur, waar we trots op mogen zijn. Maar de heffing die het waterschap daarop mag innen, is bij Wet begrensd. De kosten die niet door die heffing gedekt worden, moeten dus worden opgehoest door de overige categorieën belastingplichtigen, zoals ingezetenen en agrariërs. In het fusiewaterschap zal het areaal Natuur relatief kleiner worden, en daarmee worden de lasten eerlijker verdeeld tussen de verschillende categorieën, immers: meer belastingbetalers verdelen samen dezelfde lasten. In de tariefberekeningen zijn die effecten reeds meegenomen, en deze laten zien dat Groot Salland juist méér zal bijdragen aan Reest en Wieden dan omgekeerd. Tot slot bestrijdt waterschap Reest en Wieden de conclusie uit de fusieverkenning dat eenzelfde besparing zelfstandig behaald kan worden.
2. Democratie
Een belangrijk argument voor de waterschappen is altijd dat zij zo dicht bij hun gebied staan. Omdat wij in eerste instantie tegen dit voorstel wilden stemmen, hebben wij dit ook niet op kleinere punten willen verbeteren door amendementen. Toch hechten wij sterk aan de democratische legitimiteit van het waterschap en daarmee de herkenbaarheid voor de inwoners. Wij kiezen daarom voor een zo gering mogelijk aantal geborgde zetels. Daartoe dienen wij een amendement in samen met de PvdA en 50+.
3. Gelijkwaardige inbreng
In het fusiedocument wordt gesproken over een gelijkwaardige inbreng door beide fusiepartners in het proces. Wij hebben genoemd dat de Dijkgraaf, de directie en de locatie van het kantoor vanuit Groot Salland worden ingebracht, zodat het meer lijkt op een overname van R&W door GS dan een echte fusie van beiden. Na een gesprek met de secretaris-directeur van Reest en Wieden begrijpen wij dat er heldere, open procedures zijn gevolgd. Interne sollicitatierondes hebben, mede door natuurlijk verloop, geleid tot deze samenstelling. Daarmee is de inbreng wellicht niet gelijkwaardig te noemen, maar in ieder geval via een eerlijke wijze tot stand gekomen.
4. Waterschapskantoor en werkgelegenheid
Dat het waterschapskantoor naar Zwolle gaat was voor ons niet te verkopen, vanwege het effect op de werkgelegenheid in Meppel en Drenthe. Uit de cijfers van Reest en Wieden blijkt echter, dat dit effect veel beperkter zal zijn dan gedacht. Een honderdtal arbeidsplaatsen zal vanuit Meppel naar Zwolle verhuizen, de overige werknemers zijn locatiegebonden en zullen in het gebied werkzaam blijven. Deze honderd werknemers komen van her en der en het effect op de lokale werkgelegenheid zal daarom zeer gering zijn. Op basis van een toezegging door de waterschappen zullen er geen gedwongen ontslagen vallen bij de waterschappen als gevolg van deze fusie.
Ook voor de indirecte werkgelegenheid is er geen negatief effect: de waterschappen hebben toegezegd zoveel mogelijk regionaal te gaan inkopen, en 50-50 uit de voormalige beheersgebieden van de waterschappen. Omdat met name Groot Salland achterloopt op het gebied van regionale inkoop, biedt deze afspraak juist meer kansen voor bedrijven in het Reest & Wieden-gebied.
De afspraken voor het waterschapshuis bieden eveneens perspectief: de waterschappen, provincies en gemeente hebben een jaar de tijd om een nieuwe gebruiker te vinden. Als zij daarin slagen en er vestigt zich een bedrijf met méér dan honderd werknemers, zal de werkgelegenheid per saldo juist toenemen!
Al met al heeft de werkgelegenheid in Meppel niet per se te lijden onder deze fusie, althans zeker niet de 300 fte aan banen die oorspronkelijk leken te verdwijnen. Daarmee acht onze fractie het werkgelegenheidsaspect niet langer een dusdanig grote belemmering voor de waterschapsfusie dat deze een tegenstem rechtvaardigt.
Conclusie
GroenLinks was op inhoudelijke gronden niet overtuigd van het belang van deze fusie, en het verdwijnen van de werkgelegenheid gaf de doorslag om dit voorstel niet te steunen.
Nu wij weten dat het verlies van werkgelegenheid relatief mee zal vallen, en de waterschappen enkele toezeggingen hebben gedaan om de zorgen van onze Staten tegemoet te komen, zijn wij er van overtuigd dat de voorgestelde fusie in ieder geval niet meer nadelen heeft dan voordelen. Tevens kan de fusie rekenen op steun van beide waterschapsbesturen.
De fractie van GroenLinks zal deze fusie dan ook niet blokkeren en dit voorstel wel steunen.