Vandaag willen wij even terugkijken op afgelopen maand. In april overheerste vooral het gevoel van verrassing en verbazing. Het leek, in mijn woorden van toen, alsof de Partij van de Arbeid de heer Van der Tuuk als een blok had laten vallen. Zijn vertrek werd, naar het leek, ogenblikkelijk geaccepteerd met de boodschap dat naar een opvolger wordt gezocht.

In het debat heeft GroenLinks aangegeven geen discussies te willen voeren over de persoonlijke verhoudingen, maar met name over de wijze waarop men is omgegaan met de situatie. GroenLinks wil niet oordelen op basis van roddels en speculaties, en wij willen niet terugkijken maar juist vooruit. Wij gaven Gedeputeerde Staten en de PvdA de kans om ons vertrouwen te herstellen zodat we doorkunnen. GroenLinks stelde de vraag "waarom er nog wel muziek zit in een college in een nieuwe samenstelling?” en wij spraken uit dat dit een betreurenswaardige affaire voor Drenthe is, en dat GroenLinks hoopte dat ons vertrouwen snel hersteld wordt. Afgelopen maand hebben wij met diverse betrokkenen gesproken, waaronder een open gesprek met de vice-fractievoorzitter van de PvdA. Deze gesprekken hebben de gebeurtenissen beter in context geplaatst. Onze conclusie is dat het voldoende aannemelijk is dat het uitsluitend om de persoonlijke verhoudingen binnen het college en dit Huis ging, en er geen politieke of andere onenigheid aan ten grondslag lag. Dat daarop het label “bestuursstijl” is geplakt, is naar onze mening een onterechte label en wij betreuren dit hiervoor is gekozen omdat dit talloze speculaties de wereld in heeft geholpen. De heer Van der Tuuk geniet nog steeds het vertrouwen van onze fractie, terwijl ook duidelijk is dat zijn positie onhoudbaar was geworden. Wat voor ons vandaag relevant is, is de vraag of een dergelijke situatie zich weer zal voordoen als deze coalitie wordt voortgezet. Ons vertrouwen is hersteld dat met het benoemen van een andere PvdA-gedeputeerde herhaling van de penarietoestand van afgelopen maand voorkomen wordt. Wij kennen de heer Bijl als kundig bestuurder, en hebben hem meegemaakt in zijn rollen als burgemeester van Meppel, van Emmen, en als voorzitter van de Veiligheidsregio Drenthe. Als persoon achten wij zijn benoeming als gedeputeerde dan ook zonder meer toelaatbaar. Daarmee ondersteunt onze fractie de benoeming van Cees Bijl als lid van Gedeputeerde Staten.