Onderstaand de bijdrage van Sam Pormes op Punt 8: Agiostrorting NOM en opheffing IFNN: statenstuk 2019-913
Onderstaand de bijdrage van Sam Pormes op Punt 8: Agiostrorting NOM en opheffing IFNN: statenstuk 2019-913
Voor ons ligt het statenvoorstel “Agiostorting NOM en opheffen IFNN”
Waar het op neer komt is om het Innovatiefonds op te heffen en de resterende opbrengsten te gebruiken om de liquiditeitspositie van de NOM te verbeteren.
Evenals PS Drenthe moeten Groningen en Friesland nog akkoord gaan.
De grootste aandeelhouder, de staat der Nederlanden is ook akkoord, maar een bevestiging hiervan ontbreekt in de onderhavige stukken.
Gezien de tijd, zullen wij de achtergronden niet memoreren.
Maar wel willen wij enige duidelijkheid van het College.
IFNN is opgericht op basis van het advies van de NOM.
U heeft samen met de Minister in 2016 voorzien dat de liquidatie van het fonds op 1 mei 2029 zou moeten gebeuren. 9 jaar verschil. Niet 1 of 3 jaar maar 9 jaar. Dit verdient enige onderbouwing uwerzijds.
Ik citeer uit de brief van de minister aan de Tweede Kamer van 3 juni 2016. “Wel is bepaald dat bij liquidatie van het fonds, thans voorzien per 1 mei 2029, het totale liquidatiesaldo (dus inclusief participatieresultaten) aan de fondsverstrekkers wordt uitgekeerd naar rato van hun inleg”.
U negeert deze afspraak. Niet sjiek en ook niet politiek correct.
En wat GroenLinks betreft raakt het ook de kern van onze democratische spelregels. Daar moeten we niet aan willen tornen. U heeft dit pad verlaten.
Namelijk afgesproken is om het totale saldo uit te keren aan de fondsverstrekkers. En volgens mij betekent dit dat het terug moet naar algemene middelen. En niet via achterdeur rechtstreeks te storten op rekening van de NOM.
Dat zou nog te billijken zijn als het college de doelen weliswaar in afgeslankte vorm van het Fonds in stand zou houden. Dat doet u niet alle doelen van het Fonds zijn geschrapt.
En u onthoudt ons om een debat te houden over mogelijke alternatieven.
Het inhoudelijk debat wordt hiermee ontweken. En hoe is het gesteld met de informatieverschaffing. Toch ook een van de kerntaken van het College.
Ter onderbouwing. Dan gaat het om:
Lliquiditeit van de NOM dient versterkt worden. Idem dito. In het jaarverslag en begroting 2020 kunnen wij geen passages ontdekken die dit ook maar rechtvaardigt. U wacht niet op het jaarverslag 2019 noch op de jaarrekening bande NOM. Nog geen 2 maanden geleden met instemming aan ons voorgelegd. U schrijft over de NOM. Ik citeer: “Wij ontvangen rapportages waarmee we de NOM kunnen monitoren. (Mogen wij een rapportage van u ontvangen waar hiervan melding wordt gemaakt?)
Geconstateerd is dat voor het beheersen van deze risico’s beheersmaatregelen zijn ingevoerd.
Uw voorstel is gebaseerd op een evaluatie. Niemand weet wanneer het is afgerond. Maar met verwijzing naar uw kerntaak. U had ons hierover moeten informeren.
Tot slot nog een inhoudelijke opmerking over de evaluatie. Wat voor een type evaluatie is dit:
A. Plan evaluatie
B. Proces evaluatie
C. Effect evaluatie
Inhoudelijk lijkt het op een proces evaluatie. Maar lees je de conclusie dan zou je denken dat het om een effect evaluatie gaat. Gouden regel bij evaluaties is dat dit aan derden besteed had moeten worden. Deze evaluatie accepteer ik niet. Het is uitgevoerd door de NOM zelf. Door de consulenten zelf en concluderen dat het op de eigen rekening gestort moet worden. Dat zou je niet moeten willen. Dit is wat ik noem een broekzak vestzak evaluatie, de NOM onwaardig.
De fractie van GroenLinks wacht de reactie van het College met de nodige belangstelling af.