Op 2 december behandelde de Commissie Omgevingsbeleid het Mobiliteitsprogramma 2021-2030. GroenLinks Statenlid Ewoud Bos licht het document toe, waarop de Drentse politiek haar keuzes voor onze mobiliteit tot 2030 gaat baseren.
‘Opvallende punten zijn het onderzoek naar de haalbaarheid van de Nedersaksenlijn, de vaststelling dat piekmomenten zullen verdwijnen door vergrijzing en coronaeffecten, en dat milieuvriendelijke manieren van vervoer voorrang krijgen boven het aanpassen of aanleggen van infrastructuur. Dat zijn voor ons zeer welkome uitgangspunten.’
Een cultuuromslag van 'sectoraal' naar 'integraal' werken
De afgelopen jaren heeft de provincie veel bijgedragen aan het aanleggen van nieuwe infrastructuur zoals het glasvezelnetwerk. Wij zien als GroenLinks dat dit een juiste stap is geweest. Steeds meer inwoners geven aan dat zij meer thuis willen werken en dit hebben wij mogelijk gemaakt. Dit draagt zeer zeker bij aan onze mobiliteitsbehoefte. Het belangrijkste fragment in het mobiliteitsprogramma is wat Ewoud betreft de zin “Een cultuuromslag van sectoraal naar integraal werken”. Want in de mobiliteit liggen kansen. Kansen om onze steden, dorpen en kernen bereikbaar te houden. Kansen om nevendoelen te behalen in CO2-reductie, fijnstofreductie, geluidsreductie, bevordering van verkeersveiligheid et cetera.
Snelheidsverlaging
Wij zijn blij met de benoeming van deze cultuuromslag, maar we zien de uitwerking hiervan nog niet voldoende. Wij hopen dan ook dat onder andere het aangekondigde Regionaal Mobiliteits Plan daar meer helderheid over kan verschaffen. De zes genoemde pijlers klinken geweldig, maar de maatregel die echt tot reducties op alle fronten kan leiden is niet genoemd: snelheidsverlaging.
Wij vinden dat de effecten van snelheidsverlaging moeten worden onderzocht, zodat wij hierop beleid kunnen vaststellen. Daarom hebben we het college gevraagd aan te geven waarom snelheidsverlaging niet is benoemd als uitgangspunt, terwijl dit veel van de nagestreefde doelen treft.
Beheer en onderhoud
Uiteraard ondersteunt GroenLinks de inzet op meer fietskilometers. Tegelijkertijd zijn er zorgen hierover. ‘We zien dat dit gezamenlijke projecten gaan worden met de gemeenten, maar wie draagt dan vervolgens het onderhoud en beheer? Hierover wil ik graag meer duidelijkheid van het College.
Daarnaast wil GroenLinks dat de provincie de genoemde doorfietsroutes adopteert, onderhoudt en beheert. ‘Deze routes moeten volwaardig deel uitmaken van ons provinciaal wegennet, en voorbereid zijn op onze fietstoekomst. Wij hebben het idee dat de gemeenten dan ook eerder geneigd zullen zijn om bij te dragen in de vorm van cofinanciering. We zijn benieuwd wat het College vindt van dit idee.’
Stikstof
Verder zitten we al anderhalf jaar in een stikstofcrisis. Raar eigenlijk dat we het woord “stikstof” maar één keer lezen in het Mobiliteitsprogramma. Ewoud verwacht van het College dat het helderheid verschaft over de mogelijke bijdrage vanuit onze mobiliteitsdoelstellingen aan de stikstofreductie.
Openbaar Vervoer
Een grote zorg voor GroenLinks is de hoogwaardige bereikbaarheid van voorzieningen. ‘We lezen in het Regionaal Mobiliteits Plan dat er een trend zichtbaar is waarbij personen bij het bereiken van hun achttiende levensjaar voor de auto kiezen. Dit betekent volgens ons niets meer dan dat er een manco zit in het openbaar vervoer. Onze lijnen in het OV lopen misschien wel logisch, maar ze starten te laat op, eindigen te vroeg en rijden over het algemeen gewoon niet vaak genoeg. Als wij écht mensen in een milieuvriendelijk alternatief willen krijgen, dan moeten we meer uit willen geven aan het OV